In onze buurtkrant Kompas staat op de voorpagina een verhaal met foto van een dame die zich hard maakt voor de paddentrek in Landsmeer. Ze heet Eva en is een enthousiast persoon die het verschrikkelijk vind dat tijdens de jaarlijkse paddentrek zoveel slachtoffers vallen in de verschillende woonwijken rondom de poeltjes waar de padden graag heen willen om zich voort te planten. Ze zoekt vrijwilligers om met elkaar te zorgen dat een flink aantal padden niet plat gereden gaan worden en kunnen zorgen voor hun nageslacht.
Ik besluit me op te geven als vrijwilliger om op bepaalde avonden, die ik zelf mag aangeven in een rooster, de padden, kikkers en salamanders die ik tegen kom in de gebieden die aangewezen worden, de juiste kant op te zetten zodat ze niet overreden worden. Het is verder de bedoeling dat ik het aantal padden, kikkers en salamanders dat ik tegenkom, dood en levend, noteer en doorgeef aan Eva. Zij geeft dit dan weer door aan Ravon en de Dierenbescherming. Elk jaar wordt er een jaaroverzicht gemaakt, te vinden op de website van de Dierenbescherming/website Paddentrek.
Vlak voordat de paddentrek staat te gebeuren, stuurt Eva mij een email met uitleg over hoe te handelen bij het overzetten van de beestjes. Bij de mail zit een pdf van de Dierenbescherming waarin precies staat wat de paddentrek inhoudt, wanneer deze ongeveer kan beginnen en vooral ook wat ik dien te doen om te zorgen dat deze beestjes de overkant veilig halen. En ook vooral de juiste kant opzetten (de kant ewaarin hun snuit gericht staat als je ze vindt). Normaal gesproken fotografeer ik de padden onder water en zet ik af en toe een klein kikkertje de weg over, dit is andere koek!
Op moment van schrijven is de tussenstand ruim 500 kikkers, padden en salamanders overgezet naar de poeltjes. Samen met ongeveer 8 vrijwilligers/sters lopen we vanaf de schemering tot aan de avondklok rondjes in de woonwijken waar de beestjes zich elk jaar manifesteren.
Mijn eerste avond weet ik nog goed! Het is nog best koud als ik me heb opgegeven voor een ronde. Ik verwacht er daarom ook niet veel van want padden gaan over het algemeen na een lekkere warme winterslaap in de blub en onder een donzen blaadjesdeken niet aan de scharrel richting het water in een ijzig koude wind en temperaturen onder de 8 graden. Ik lees dat ze vooral na drie dagen een temperatuur van 10 graden of meer en het liefst onder vochtige omstandigheden gaan hoppen. Dit laatste omdat padden snel uitdrogen en toch een flink stuk moeten afleggen voordat ze in het water kunnen plonsen.
Affijn, ik loop mijn ronde met mijn zaklamp in de aanslag want in het donker lijken dennenappels ook op padden kan ik je zeggen… Buurtbewoners kijken in het begin nog een beetje argwanend naar buiten als ze me langs zien lopen, al turend met een zaklamp langs tuinranden, auto’s en stoepranden. In het begin heb ik nog een reflecterend vestje aan maar dat laat ik al snel achterwege, dan loop ik pas echt in de kijker!
Als ik op mijn horloge kijk hoe laat het is, heb ik nog maar 10 minuten voordat ik gedwongen door de avondklok weer op huis aan moet fietsen. Net op dat moment zie ik wat op de stoep zitten. Ja hoor! Niet 1 maar 2 kikkers, op elkaar! Het mannetje heeft het slim bekeken en heeft zich goed vastgeklemd om de buik van het vrouwtje. Zodra een mannetje een vrouwtje tegen komt, grijpt hij letterlijk zijn kans en laat hij haar niet meer los. Instructies zijn dan ook om de dieren samen op te pakken en ze naar het water te bonjouren. Heb ik weer… 2 van die grote knoepers in mijn blote handen… even slikken en huppetee, daar gaan ze dan.
Inmiddels ben ik ‘door de wol geverfd’ en heb ik menig kikker, pad en salamander overgezet. Zo ook de andere vrijwilligers die ik op de avonden dat ik een rondje loop, ontmoet. We praten elkaar bij over onze belevenissen met de beesten en wat ik heel leuk vind, is dat ik bewoners uit de wijk ontmoet die ook hun verhalen vertellen over ‘leven in de paddentrekzone’! Ik probeer van een aantal padden en kikkers die ik tegen kom een foto te maken. Dat lukt meestal wel maar soms hopt de pad of kikker gewoon door en moet ik er als een haas achteraan om zijn of haar tocht over de weg te begeleiden.
Soms pak ik een pad of kikker op die zo groot is, dat ze de gelegenheid hebben om zich letterlijk schrap te zetten tegen mijn hand. Ik laat altijd een gat open voor ‘lucht’ in mijn handen maar als die beesten hun achterpoten gebruiken, piept die kop zo door dat gat heen en heb ik moeite om ze op richting het water te krijgen voordat ze uit mijn hand ploppen. Ik loop dus wel eens tegen die beesten te praten… dat ze zich heel even gedeisd moeten houden, dat ik voor het goede doel bezig ben en ze het me niet te moeilijk moeten maken… ik denk dat dat er heel raar uitziet als iemand op straat zijn hond rustig uit denkt te kunnen laten… maar ach, ik heb er maling aan.
De ene avond heb ik meer ‘raak’ dan andere maar het geeft mij een goed gevoel dat ik elke pad, kikker en salamander die ik over de straten heb gezet, toch een hopje dichter bij de waterkant heb gebracht. En daar is het verder aan hen om er een mooi kwaakfeestje van te maken!
Voor een ander blog over de paddentrek, klik hier.
Voor meer informatie over de paddentrek, klik hier.